Huwelijkse voorwaarden van het Hof Weddehoen
Het erf Koebrugge werd door de landheer verpacht aan de familie op de boerderij. Dit was een recht als hofhorige en werd aan de oudste zoon als erfgenaam verleent. De ouders bleven wel op het erf. Als er alleen dochters waren kwam dit recht ook bij de oudste terecht en dan heette dit recht “opvaart”. De nieuwe boer was dan de bruidegom en het was de reden dat andere familienamen op het erf gingen ontstaan.
In het boek Huwelijkse Voorwaarden van het Hof Weddehoen uit de 18e eeuw is een geschreven geval bewaart gebleven. Het gaat om Roelof Koebrugge en Janna ter Horst.
Huwelijkse voorwaarden 6 januari 1796
Roelof Koebrugge en Janna ter Horst
(klik om te vergroten)
(klik om te vergroten)
In de akte is het volgende letterlijk geschreven :
Op huijden Dato ondergeschreven is ter Eren God en ten overstaande een goedvinden van Beijders zijds ouders en naaste Bloedvrinden een wel en wettelijk houwelijk Beraamt en gesloten tusschen den eerbaren jongman Roelof koebrugge egt en Regt Geboren zoon van Roelof koebrugge en van wijlen des zelfs huijsvrouwe als Bruijdegom ter eener en die eerbare jonge dogter janna ter Horst egt en Regt geboren dogter van Hendrik ter Horst en des zelfs huijsvrouwe Als Bruijd ter Anderen zijde wijders op Conditien als hier na staat Beschreven.
Eerstelijk Beloven Bruijdegom en Bruijd haar na drie voorgaande huwelijks Proclamatien ingevolge kerkelijk order malkanderen te trouwen en niet te verlaten voor en alhier haar den tijdelijken dood komt te scheijden.
ten Tweden Belooft de Bruijdegom zijn Lieve Bruijd tot zig te nemen op het Provincie erve Koebrugge om daar met malkanderen te leven gelijk vrome en Christelijke Eheluijden toestaat en Gebruijkelijk is dog alles met Consent van hare eedele mögende heeren ordienaris Gedeputeerden van de Staaten van overijssel
ten Derden Belooft de Bruijd aantebrengen alle hare Goederen wat namen zij mogte hebben kiste en kiste vulligen en Beddigen met haar toebehoor en een koe en wat haar verder aan eerven en an Sterven kan
ten vierden Zoo het mogte Gebueren het welke God wil verhoeden dat Bruijdegom ofte Bruijd kwam te sterven zonder lieves Erve zo in zodanigen val dat de Bruijdegom de Eerste zijnde zoo geeft hij aan zijn nagelaten weduwe alle zijne goederen wat namen hij mogte hebben maar indien de Bruijd De Eerste zijnde geeft Desgelijks ten haar nagelaten wedunaar Alle hare goederen wat namen zij mogte hebben
Waar mede Dese huwelijke voorwaarde met Lieve vrede en Eenigheijd is Gesloten door Bruijdegom Bruijd neffens ouders en naaste Bloedvrinden wettig geteijkend en Bevestigt en door de hier ondergeteijkent en Getuijge Bekragtigt Actum op het Zeldam an het Horst Huijs den 6 jannuarij 1796
Dit is het merkt X van Roelof koebrugge als Bruijdegom die heeft het eijgenhandig getekent
Dit is het merkt X van janna ter horst als Bruijd die heeft het eijgenhandig Getekent
Dit is het merk X van Roelof koebrugge Als vader van Bruijdegom die heeft het Eeijgenhandig getekent
Hendrik ter horst Als vader van de Bruijd
Dit is het merkt X van jenneken ter horst Als moeder van de Bruijd die heeft het Eeijgenhandig getekent
jan ten Seldam als getuige
gerrit Spenkelijnk als Getuige
Frederik Berkendam als Schrijver
Vertaalt in het huidige Nederlands staat er het volgende:
Op de datum van heden is ter ere van God en staande voor en met goedvinden van ouders aan beider zijde en naaste bloedverwanten en wel en wettig huwelijke gepland en gesloten tussen de eerbare jongeman Roelof Koebrugge (in echt en recht geboren) zoon van Roelof Koebrugge en wijlen zijn echtgenote als bruidegom aan de ene zijde en de eerbare jonge dochter Janna ter Horst(in echt en recht geboren) dochter van Hendrik ter Horst en zijn echtgenote als bruid aan de andere zijde en verder op condities als hierna staat beschreven
Ten eerste Beloven bruidegom en bruid haar na drie voorgaande huwelijksaankon- digingen volgens het kerkelijk gebruik elkaar te trouwen en niet te verlaten voor de dood hen scheidt
Ten tweede Belooft de bruidegom zijn bruid tot zich te nemen op het provinciale erf Koebrugge om daar met elkaar te leven als vrome en Christelijke echtelieden toegestaan wordt en gebruikelijk is, maar alles met instemming van de edele heren als gedeputeerde dienaars van de Staten van Overijssel
Ten derde Belooft de Bruid al haar goederen in te brengen wat zij heeft, als een kist met inhoud en beddengoed met toebehoren en een koe en alles wat zij aan erfenis krijgt
Ten vierde En als gebeurt (wat God verhoede) dat de bruidegom of bruid in dat geval komt te overlijden en de bruidegom de eerste is geeft hij aan zijn weduwe al zijn goederen die hij bezit, maar als de bruid het eerst overlijd geeft zij eveneens aan haar weduwnaar alles wat zij bezit
Waarmee deze huwelijkse voorwaarden in vrede en overeenstemming is gesloten door bruidegom en bruid, alsmede ouders en naaste bloedverwanten, wettig bevestigd en getekend alsmede met getuigen bekrachtigd bij akte op 6 januari 1796 te Zeldam op het Horst Huis.
Dit is het merkt X van Roelof Koebrugge als bruidegom die het zelf heeft getekend
Dit is het merkt X van Janna ter Horst als bruid die die het zelf heeft getekend
Dit is het merk X van Roelof Koebrugge als vader van de bruidegom die het zelf heeft getekend
Hendrik ter horst als vader van de bruid (de enige die kon schrijven)
Dit is het merkt X van Jenneken ter Horst als moeder van de bruid die het zelf heeft getekend
Jan ten Seldam als getuige
Gerrit Spenkelink als getuige
Frederik Berkendam als schrijver